INTERNATIONAL BIOCENTRIC FOUNDATION IBF

Rolando Toro System School voor Biodanza Midden-Nederland
Directeur Robert de Jong

Rolando Toro System in Nederland

* Accredited Training by International Biocentric Foundation*

Schoolreglement

Rolando Toro School voor Biodanza
Midden-Nederland

      Directeur, Robert de Jong

Inhoudsopgave

1 INLEIDING

2 TOELATING

3 INSCHRIJVING

4 STRUCTUUR VAN DE OPLEIDING

4.1 Programma opzet en activiteiten

4.2 Het bijwonen van gewone wekelijkse Biodanza sessies

4.3 Geschreven verslag van de theorie

4.4 Aanwezigheid

4.5 Praktijkopleiding onder supervisie

4.6 Monografie

4.7 Presentatie van de monografie en diplomering

5 HET OPLEIDINGSPROGRAMMA

5.1 Verplichte modules

5.1.1 Theoretisch – vivenciële onderwerpen

5.1.2 Theoretisch – vivenciële seminars

5.2 Keuze modules

5.2.1 Minotaurus Project (optioneel)

6 DE TITEL VAN BIODANZADOCENT

6.1 De titel van Biodanza docent geeft recht op:

6.2 De titel van Biodanza docent geeft géén recht op:

6.3 IBF herroeping van de titel Biodanza docent:

1 Inleiding
Alle Biodanza scholen worden gecoördineerd door de International Biocentric Foundation (IBF), een instelling die de toepassing van het Biodanza systeem in de wereld begeleidt. De scholen maken gebruik van een reglement, waarvan de inhoud hier te vinden is, en van het Unieke Biodanza Opleidingsprogramma, dat op geen enkele wijze veranderd kan worden.

2 Toelating
De student die de Biodanza opleiding wil gaan volgen moet zich melden bij de directeur van de School waar hij/zij zich wil inschrijven.  De student die de school wil gaan volgen moet minimaal vijftig uur vivencia achter de rug hebben. Uitzonderingen zijn in bepaalde gevallen mogelijk, gebaseerd op maatstaven van vorming/opleiding zoals vastgesteld door het docentenkorps van de school. De student in spé moet worden voorgesteld door een toeziend docent, die kan instaan voor eerdere deelname door de student aan de vereiste vijftig uur vivencia, of een certificaat overleggen afkomstig van een gekwalificeerde docent dat eerdere deelname door de student aan de vereiste vijftig uur vivencia bevestigt. In bepaalde gevallen, waarbij een uitzondering kan worden gemaakt door de directeur van de school, kunnen studenten die niet voldoen aan het vereiste minimum van vijftig uur alsnog de ontbrekende uren inhalen tijdens de eerste zes maanden van de opleiding.

3 Inschrijving
Om zich in te schrijven bij de school ontvangt de kandidaat een exemplaar van het studiereglement dat hij/zij moet lezen, na goedkeuring ondertekenen en terugsturen naar de directeur. De directeur geeft de kandidaat een inschrijfformulier dat hij/zij moet invullen, ondertekenen en terugsturen. De kandidaat moet de directeur schriftelijk toestemming verlenen om zijn/haar persoonlijke gegevens over te dragen aan de IBF.

4 Structuur van de opleiding

4.1 Programmaopzet en activiteiten
De school stelt zich vooral ten doel om gekwalificeerde Biodanza docenten voort te brengen maar biedt ook mogelijkheden aan studenten die alleen hun eigen persoonlijke vivencia willen verdiepen. Het opleidingsprogramma bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat om persoonlijke ontwikkeling, met de nadruk op het verdiepen van de vivencia en de eigen processen binnen het verdiepen van de vivencia, en beslaat de eerste twee jaar van het opleidingsprogramma. Het tweede deel richt zich op die studenten die zich willen bekwamen als Biodanza docent en omvat de methodeleer en de praktische aspecten van het docentschap en duurt nog een jaar langer, plus een periode van praktijkopleiding onder supervisie.

De opleiding duurt gemiddeld 3 en een half jaar, waarin het Unieke Biodanza Opleidingsprogramma wordt voltooid. Dit programma bestaat uit 28 theoretisch – vivenciële workshops, waarin de specifieke onderwerpen van de theorie en methodeleer van Biodanza aan bod komen, en conferenties (theoretischvivenciële seminars) over theoretische onderwerpen die met Biodanza te maken hebben (iedere conferentie wordt gevolgd door haar eigen vivencia en het aantal conferenties bedraagt minimaal drie en maximaal acht, afhankelijk van de maatstaf van de directeur); verder een of twee Minotaurus Project workshops, naar keuze.

Iedere workshop omvat een theoretisch deel en een vivencieel deel. Er worden aanknopingspunten voor opleiding en vorming gegeven met betrekking tot het onderwerp van iedere workshop. In die landen waar het boek Biodanza van Rolando Toro is uitgegeven, vormt dat de tekst van het opleidingsprogramma.

Tijdens de workshops voor methodeleer wordt een catalogus uitgereikt van muziek die gebruikt wordt bij de oefeningen uit de Officiële Lijst van oefeningen, formuleringen en muziek voor Biodanza.

De laatste zeven workshops van het Unieke Opleidingsprogramma gaan over de methodeleer van Biodanza. In deze workshops zal de student de noodzakelijke methodologische vaardigheden opdoen om Biodanza te onderwijzen. Aan het eind van het tweede studiejaar zullen alleen de studenten die aan de gestelde voorwaarden voldoen tot het derde studiejaar worden toegelaten om de praktijkopleiding te volgen en een monografie te presenteren teneinde de titel van Biodanza docent te ontvangen.

Zij die niet aan de gestelde voorwaarden voldoen kunnen niet deelnemen aan de workshops van het derde studiejaar en krijgen aan het eind van het tweede jaar een certificaat van deelname dat hen GEEN recht geeft om als Biodanza docent te werken.

De gestelde voorwaarden zijn als volgt:
• de student is 70% van het eerste en tweede studiejaar aanwezig geweest;

• de student heeft een goede geestelijke gezondheid;

• de student is niet verslaafd aan alcohol en/of drugs.

4.2 Het bijwonen van gewone wekelijkse Biodanza sessies:
De student is verplicht om wekelijks Biodanza sessies te blijven volgen die worden geleid door een toeziend docent, om betrokken te blijven bij het opleidingsproces. Over afwezigheid bij de wekelijkse lessen moet verantwoording worden afgelegd. In het geval dat de student ergens woont waar niet wekelijks Biodanza sessies worden gegeven door een toeziend docent, moet de student iedere twee maanden een workshop bijwonen die niet bij de opleiding behoort.

Met uitzondering van bepaalde gevallen, gebaseerd op maatstaven van vorming/opleiding zoals vastgesteld door het docentenkorps, erkent de school de wekelijkse lessen en workshops geleid door de toeziend docent als geldig.

Het respecteren van de regels garandeert de betrouwbaarheid van de opleiding die moet worden gevolgd door hen die Biodanza docent willen worden.

4.3 Geschreven verslag van de theorie
De student in opleiding moet een verslag schrijven over de theorie die in iedere workshop wordt behandeld, en dat inleveren bij zijn/haar toeziend docent, die het verslag zal lezen en aan de student teruggeven met een korte geschreven beoordeling.

De toeziend docent zal de directeur periodiek (ongeveer iedere zes maanden) informeren over de regelmaat waarmee de student zijn/haar geschreven verslagen inlevert en deze verslagen van commentaar voorzien.

4.4 Aanwezigheid:
De student is verplicht om alle workshops en seminars te volgen van de school waar hij/zij staat ingeschreven. Over alle momenten van afwezigheid moet verantwoording worden afgelegd. In het geval van afwezigheid tijdens een workshop en/of een theoretisch-vivencieel seminar van de opleiding moet dit onderdeel worden ingehaald, bij voorkeur bij de groep van de volgende lichting van de school waar de student staat ingeschreven, of, als tweede mogelijkheid, bij een andere school.

Per schooljaar kunnen maximaal twee workshops bij een andere school worden ingehaald.

Hoewel alle Rolando Toro System® Biodanza scholen een Uniek Programma volgen, houdt de opleiding een proces in dat wordt geleid door een specifieke directeur binnen een specifieke groep.

Het mogelijk deelnemen aan workshops van een andere school om gemiste workshops in te halen mag de lopende opleiding bij die school niet belemmeren.

Telkens wanneer een student een workshop inhaalt bij een andere school moet hij/zij het betreffende bewijs van aanwezigheid overhandigen aan de directeur van de school waar hij/zij staat ingeschreven. 

In het geval dat de datum van een workshop of een theoretisch-vivencieel seminar van de opleiding samenvalt met de datum van een workshop of seminar die/dat ingehaald moet worden bij een andere school, moet de student de workshop of het seminar volgen van de school waar hij/zij staat ingeschreven.

In zo’n geval moet de student, samen met de directeur van zijn/haar school, een nieuwe mogelijkheid zoeken om het gemiste werk in te halen. Ook wanneer de student een workshop of theoretisch-vivenceel seminar om een gerechtvaardigde reden mist, moet hij\zij niettemin 50% betalen van het totaalbedrag van het betreffende onderdeel.

Als de student een gemiste workshop of seminar inhaalt bij zijn/haar eigen school, moet hij/zij alleen de resterende 50% van het betreffende bedrag betalen. Als de student daarentegen een gemiste workshop of seminar inhaalt bij een andere school, moet hij/zij het totale bedrag van de betreffende workshop of het seminar betalen.

Een niet-gerechtvaardigde afwezigheid van een student bij drie of meer opleidingsmodules (workshop of seminar) zal beschouwd worden 10 als het opgeven of verlaten van de opleiding en dientengevolge kan de directeur de inschrijving van de student bij de school opschorten.

4.5 Praktijkopleiding onder supervisie
In het Unieke Biodanza Opleidingsprogramma is vastgelegd dat het, om een onderwijskwalificatie te verkrijgen, noodzakelijk is om eerst praktijkstudent te worden, met name de ervaring op te doen om een Biodanza groep onder supervisie te leiden.

De student kan alleen aan de praktijkopleiding beginnen na schriftelijke goedkeuring door de directeur van de school.

Met instemming van de toeziend docent, de andere docenten van het toeziend docentenkorps en de directeur van de school, kan de student die 80% van de theorieverslagen betreffende de workshops uit het eerste en tweede studiejaar geschreven heeft en niet meer dan drie gemiste workshops hoeft in te halen, aan de praktijkopleiding beginnen na de vijfde workshop Methodeleer.

De praktijkopleiding bestaat uit een reeks Biodanza sessies die worden gegeven door de student onder supervisie van zijn/haar didactisch toeziend docent, die verantwoordelijk is voor de supervisie tijdens de praktijkopleiding. In het geval dat de toeziend docent van de student geen onderwijskwalificatie heeft, zal de student samen met de directeur besluiten welke didactisch toeziend docent de supervisie op zich zal nemen. Als de student dat wil, is het mogelijk dat maximaal twee van de acht supervisies worden gedaan door een andere docent die deel uitmaakt van het docentenkorps van de school.

Minimaal zes van de acht supervisies moeten worden gedaan door de didactische toeziend docent van de student, die verantwoordelijk is voor de supervisie tijdens de praktijkopleiding. Als de student de wens uitspreekt om onder supervisie van de directeur van de school te staan, is het mogelijk dat vier supervisies worden gedaan door de didactische toeziend docent van de student en de overige vier door de directeur.

De lessen van de praktijkopleiding kunnen worden gegeven door een of twee praktijkstudenten. Lessen onder supervisie gegeven door meer dan twee praktijkstudenten zijn niet geldig. De praktijkopleidinggroep moet door de student zelf worden georganiseerd. De praktijkstudent moet dus zelf nieuwe deelnemers organiseren voor zijn/haar praktijkopleidinggroep. Hij/zij mag een paar vrienden uitnodigen uit de eigen opleiding, om hem/haar door hun aanwezigheid te steunen.

Als na acht supervisies uit de evaluatie door de verantwoordelijke toeziend docent blijkt dat er nog wat hiaten zijn, zal de directeur verlangen dat er nog meer supervisies worden gedaan, telkens door dezelfde didactische toeziend docent.

In het geval dat de verantwoordelijke toeziend docent niet beschikbaar is om de aanvullende supervisies te doen, zal hem/haar worden verzocht een andere toeziend docent aan te wijzen die hij/zij de vervanging toevertrouwt, met de gezamenlijke instemming van de directeur en de praktijkstudent. Als de student graag wil doorgaan met het leiden van zijn/haar praktijkopleidinggroep na de eerste acht supervisies, mag hij/zij dat doen met een extra maandelijkse supervisie geleid door de toeziend docent die verantwoordelijk is voor zijn/haar praktijkopleiding, totdat de titel van Biodanza docent behaald is.

De student die zijn/haar praktijkopleiding wil doen met een groep kinderen, zal minimaal veertien supervisies moeten doen: acht met de groep kinderen en zes met een groep volwassenen.

De praktijkstudent mag binnen instellingen geen Biodanza sessies geven zonder de aanwezigheid van zijn/haar toeziend docent.

De reclamefolder die de praktijkstudent gebruikt moet zorgvuldig worden uitgewerkt, gebaseerd op het model dat de school aangeeft.

De praktijkstudent mag bijvoorbeeld geen publiciteit voeren via de pers (kranten, tijdschriften, enz.), de televisie, de radio, internet of elke andere vorm van communicatie.

De publiciteit van de praktijkstudent mag niet worden gevoerd binnen groepen van andere praktijkstudenten of andere docenten. 

De betaling van de praktijkstudent is niet lager dan het gemiddelde bedrag dat door gekwalificeerde docenten wordt gevraagd in de stad waar de praktijkopleiding wordt gehouden.

Tijdens en na de praktijkopleiding, tot aan het behalen van de titel van Biodanza docent, mag iedere student slechts één Biodanza sessie per week geven en is niet bevoegd tot het geven 14 van Biodanza workshops van welke soort of tijdsduur dan ook.

Wanneer de student toestemming van de directeur heeft gekregen om aan de praktijkopleiding te beginnen, mag hij/zij de cursus in maximaal twee jaar afronden, waarin zijn begrepen het voltooien van de praktijkopleiding en het schrijven en presenteren van de monografie.

Na het verstrijken van de vereiste termijn moet de student opnieuw alle zeven workshops Methodeleer bijwonen en een praktijkopleidingles geven, met betaling van alle daaraan verbonden kosten.

4.6 Monografie:
Aan het eind van de praktijkopleiding moet de student een monografie (proefschrift) schrijven over een onderwerp dat door de directeur van de school is goedgekeurd, betreffende een theoretisch of praktisch aspect van Biodanza.

Het theoretische onderwerp moet gaan over een of meer aspecten van de theorie van Biodanza en het praktische onderwerp over de praktijkopleidinggroep.

De monografie wordt geschreven met steun van de didactische toeziend docent die belast is met de supervisie tijdens de praktijkopleiding van de kandidaat.

Wanneer de monografie is uitgewerkt wordt deze tweemaal beoordeeld:
De eerste beoordeling wordt gedaan door de didactische toeziend docent die verantwoordelijk is voor de praktijkopleiding van de student en de tweede, ook wel “eindbeoordeling” genoemd, door de directeur van de school.

De beoordelingsmaatstaven voor evaluatie van de monografie zijn als volgt:
• Theoretische en methodologische consequentheid en nauwkeurigheid;
• Samenhang met het Biocentrisch principe;
• Correcte vormgeving en esthetische presentatie van het werk.

Elk uur supervisie voor de monografie zal net zo worden betaald als een uur supervisie voor de praktijkopleiding.

4.7 Presentatie van de monografie en diplomering:
Aan het eind van de praktijkopleiding en vóór de presentatie van de monografie, en het uiteindelijk toekennen van de titel van Biodanza docent, moet de directeur het complete opleidingscurriculum van de student overdragen aan de IBF, of aan de door hen aangewezen instantie of persoon.

Dit curriculum moet bevatten:
• het aantal gegeven praktijkopleidinglessen met de vermelding wanneer en waar die hebben plaatsgevonden;

• de naam van de voor de praktijkopleiding verantwoordelijke toeziend docent en zijn/haar commentaar op de praktijkopleiding van de student;

• de titel van de monografie en de aantekeningen die er betrekking op hebben, gemaakt door de voor de praktijkopleiding verantwoordelijke toeziend docent;

• de aantekeningen die de directeur over de monografie heeft gemaakt en het waardeoordeel dat de directeur er zelf aan gehecht heeft.

De IBF, of de door hen aangewezen instantie of persoon, geeft vervolgens toestemming voor het presenteren van de monografie, vooropgesteld dat het bovengenoemde en alle andere zaken in hun bezit, verband houdend met de opleiding, overeenkomt met dit reglement.

De presentatie van de monografie moet worden georganiseerd en voorgezeten door de directeur van de school waar de student staat ingeschreven, en moet gebeuren voor een commissie van minimaal drie didactische toeziend docenten: de directeur van de school, de didactische toeziend docent die belast is met de supervisie over de praktijkopleiding van de student en een didactische toeziend docent uit het toeziend docentenkorps (degene die de meeste workshops tijdens de opleiding van de student heeft bijgewoond).

In het geval dat de superviserende didactische toeziend docent niet kan deelnemen, kan hij/zij worden vervangen door een andere toeziend docent uit het toeziend docentenkorps van de school, op uitnodiging van de directeur nadat deze kennis heeft genomen van de suggestie van de verantwoordelijke superviserende docent.

In het geval dat de didactische toeziend docent die de meeste workshops tijdens de opleiding van de student heeft bijgewoond niet kan deelnemen, kan hij/zij op uitnodiging van de directeur worden vervangen door een andere toeziend docent, die wel of niet deel uitmaakt van het docentenkorps van de school.

De ceremoniële presentatie van de monografie moet plaatsvinden op het terrein van de school waar de student staat ingeschreven, waarbij collectieve gebeurtenissen met andere scholen of congressen of andere thematische gebeurtenissen moeten worden vermeden. Wanneer de monografie is gepresenteerd en de uiteindelijke goedkeuring van de directeur heeft gekregen, met voorafgaande instemming van de andere commissieleden, zal de directeur zelf het oordeel van de commissie aan de IBF bekendmaken.

Het oordeel van de commissie dat door de directeur aan de IBF is bekendgemaakt zal worden bekrachtigd door de IBF, die vervolgens de titel van Biodanza docent zal uitvaardigen met het bijbehorende diploma, met het internationale registratienummer. De IBF zal de nieuwe docent de lijst met rechten en plichten betreffende Biodanza docenten doen toekomen.

Theoretisch model van Biodanza Rolando Toro

5 Het opleidingsprogramma

5.1 Verplichte modules

5.1.1 Theoretisch-vivenciële onderwerpen

1. Definitie en theoretisch model van Biodanza

2. Vitaal onderbewustzijn en Biocentrisch Principe

3. De vivencia

4. Biologische aspecten van Biodanza

5. Fysiologische aspecten van Biodanza

6. Psychologische aspecten van Biodanza

7. Mythologische en filosofische voorgangers van Biodanza

8. Identiteit en integratie

9. Trance en regressie

10. Contact en strelingen

11. Biodanza en menselijke beweging

12. Vitaliteit

13. Seksualiteit

14. Creativiteit

15. Affectiviteit

16. Transcendentie

17. Mechanismen en werking van Biodanza

18. Toepassingen en uitbreidingen van Biodanza 

19. Biodanza, Ars Magna

20. Biodanza en sociale actie

21. De muziek in Biodanza

22. Methodeleer I (Muzikale semantiek)

23. Methodeleer II (De Biodanza sessie I)

24. Methodeleer III (De Biodanza sessie II)

25. Methodeleer IV (Wekelijkse Biodanzales  en workshops)

26. Methodeleer V (De Biodanza groep)

27. Methodeleer VI (Maatstaf voor evaluatie van de ontwikkeling in Biodanza)

28. Methodeleer VII (Bestuderen van de Officiële Lijst van oefeningen, presentatie en muziek van Biodanza).

5.1.2 Theoretisch-vivenciële seminars

De student moet gedurende de opleiding aan minimaal drie en maximaal acht theoretischvivenciële seminars deelnemen.

Deze seminars hebben betrekking op de theorie van Biodanza en verschaffen een dieper inzicht in specifieke theoretische onderwerpen. Ieder seminar wordt gevolgd door een vivencia. De seminars worden in de loop van de opleiding aangekondigd.

5.2 Keuzemodules

5.2.1Minotaurus Project (optioneel)

Gedurende de opleiding zijn er een of twee Minotaurus Project workshops, naar keuze.

6 De titel van Biodanzadocent

6.1 De titel van Biodanzadocent geeft recht op:

• het gebruik van de naam Biodanza – Rolando Toro System® en zijn logo, beide eigendom van Professor Rolando Toro Araneda, altijd met gebruik van de juiste toepassing van het Biodanza systeem;

• het toepassen van de Biodanza methodeleer, zoals onderwezen in de scholen en opgezet door Professor Rolando Toro Araneda, met gebruik van de door hem ontwikkelde en verordende oefeningen in samenhang met zijn theoretisch model en zijn formulering van het Biocentrisch principe;

• het uitoefenen van het beroep van Biodanza docent overal ter wereld;

• het opzetten van eigen Biodanza centra om wekelijkse Biodanza sessies en/of workshops te geven (maar geen opleiding);

• het leiden van Biodanza groepen binnen privé- of openbare instellingen;

• het bekendmaken van lessen/cursussen via de pers, radio, TV, internet of andere communicatievormen.

6.2 De titel van Biodanza docent geeft geen recht op:

Het methodologische Biodanza erfgoed, dat eigendom is van Professor Rolando Toro Araneda en de International Biocentric Foundation.  Het methodologische Biodanza erfgoed bestaat uit de bezigheden van het methodologisch richting geven, alsmede toezicht en controle op het functioneren van de Biodanza Opleidingsscholen met alle daarbij behorende zaken, zoals bijvoorbeeld:

• het opzetten van Biodanza Opleidingsscholen;

• het benoemen van directeuren van Biodanza Opleidingsscholen;

• het uitwerken en in gang zetten van het opleidingsprogramma in Biodanza;

• het uitreiken van Biodanza diploma’s; 

• het herroepen van de titel van Biodanza docent;

• het uitwerken van de programma’s van de specialisatiecursus binnen Biodanza, de respectievelijke organisatie of coördinatie van de specialisatiecursus binnen Biodanza;

• het opleiden van toeziende Biodanza docenten;

• het opleiden van didactische Biodanza docenten.

Het methodologisch richting geven van het Biodanza systeem is het exclusieve werkterrein van zijn schepper, Professor Rolando Toro Araneda.

6.3 IBF herroeping van de titel Biodanza docent:

• bij het onjuist toepassen van de theorie en methodeleer van het Biodanza® – Rolando Toro System;

• bij het niet in acht nemen van de systematische samenhang in de toepassing van de theorie en methodeleer van het Biodanza® – Rolando Toro System;

• bij ernstig gebrek aan ethisch karakter tegenover studenten, collega’s, de IBF en de gemeenschap als geheel.

Biodanza Sistema Rolando Toro School Midden-Nederland
Informatie en Inschrijvingen:
Robert de Jong
Kolkweg 62
7413ZH Deventer
Tel: 00-31-(0)6-22966808
Email: info@biodanza4you.nl

Ingevuld inschrijfformulier inleveren of opsturen naar bovenstaand adres.